Inauguration of 1st Metro Line In Brussel.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 18th of September 1976.

OBC/COB numbers: 1826

Created by: J.Malveaux

Perforation: 11 1/2
Size: 35 mm x 24 mm ;
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2-3-4
Printing Run: 10.000.000ex
Paper: F ( see paper Types )

1826 - 6F50 - New Metro Vehicle

INFO

Alleen indien de verplaatsingen van en naar het werk of onderwijsinstellingen en omgekeerd door een gemeenschappelijk vervoer gebeuren, kan het leven en de ontwikkeling van de grote steden verder gaan. Anderzijds heeft een groot deel van de bevolking (geschat op 30%) een openbaar vervoermiddel nodig voor al zijn verplaatsingen. Dit zijn dezen die, om economische of fysische redenen (kinderen, oudere mensen, invaliden), geen eigen wagen kunnen gebruiken. Zodra de agglomeratie een zekere omvang heeft bereikt wordt een massavervoermiddel van het type « Metro » onontbeerlijk. Zo is het ook te Brussel waar de bevolking 1.060.000 inwoners telt. Tevens wordt de hoofdstad dagelijks aangedaan door honderdduizenden pendelaars die hun reisdoel met het openbaar vervoer bereiken. In 1965 werden de metrowerken aangevangen op een as die in het stadscentrum begint en gericht is naar het Oosten. Een eerste tunnelstuk van 3,5km lang werd in december 1969 in dienst genomen en met tramstellen geëxploiteerd. Dit was de tijdelijke « pre-metrofaze » die een groot succes heeft gekend. Inderdaad heeft op de betrokken lijnen de cliënteel met ongeveer 40 % toegenomen. Sindsdien wordt het bouwen van tunnels en viaducten voortgezet. Het bestaande stuk wordt verlengd tot de buitenwijken om zodoende een baanvak van 10 km te bereiken Terzelfder tijd werden premetrovakken met een totale lengte van 10km gebouwd op drie andere assen. De plechtige inhuldiging op 20 september 1976 van de eerste metrolijn en het premetrovak van 3 km tussen de spoorwegstations Noord en Zuid door Zijne Majesteit de .Koning, zal een belangrijke mijlpaal betekenen in ons streven om onze hoofdstad een modern openbaar vervoersnet te geven. Dit net moet met dergelijke verwezenlijkingen in het buitenland vergeleken kunnen worden, zowel wat het rollend materieel betreft als voor de infrastructuur. Van nu af aan worden de werken voortgezet om de metrolijn naar het Westen te verlengen en alzo in 1980 een evenwichtige bediening van de dichtst bevolkte wijken te verzekeren. In de eindfase zal het metronet tot een spoorlengte van ongeveer 60 km zijn uitgebreid. Enerzijds zal het uitgerust worden met een sneltramnet dat over gemoderniseerd rollend materieel met grote capaciteit zal beschikken en anderzijds met buslijnen. Deze sneltram en buslijnen zullen de reizigers naar de metro brengen. Deze drie stadsvervoersystemen zullen ingeschakeld worden, samen met de spoorweglijnen die de voorstad bedienen. Dit openbaar vervoersnet zal ook aan de bestuurders van privé-wagens de mogelijkheid bieden deze te laten staan in periferische parkings nabij de metrostations. Hierdoor vermijden ze de verkeers- en parkeersmoeilijkheden in het stadscentrum.

.

.

.

.

.