Millennium Princedom Luik.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 13th of September 1980.

OBC/COB numbers: 1987-1989

 

Created by: Marc severin / J.Malveaux

Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint ;
Number of plates: 1-2
Printing Run: 1966- 6.000.000ex ; 1967 -4.000.000ex ; 1968 - 10.000.000ex
Paper: 1966- P ; 1967/1968 - PF ( see paper Types )

1987 -9F+3F - Brower of Luik
1988 -17F+6F - 'Mine worker' of Constantin Meunier
1989 -25F+10F - H-Maagd 'Sedes Sapientiae'

INFO

Millenium van het Prinsbisdom Luik. Ter gelegenheid van het Millennium van het Prinsbisdom Luik geeft de Regie der Posterijen een reeks van drie bijzondere herdenkingspostzegels uit, gewijd aan de geschiedenis, de kunst en de industrie van het Land van Luik. Op de postzegels staat een brouwer (naar een figuur uit de XVI" eeuw), een mijnwerker (naar een beeldhouwwerk van Constantin Meunier, XIX' eeuw) en een " Sedes sapientia: " (karakteristieke voorstelling van de Maasgotische Kunst uit de XIII' eeuw) afgebeeld.

Deze postzegel stelt een brouwersgezel voor naar een van de beeldjes, die de nissen versieren op het voetstuk van de reliekbuste van Sint-Lambertus (1512). Deze beeldjes verhalen de meest markante episodes uit het leven van de patroonheilige van het diocees van Luik. Diegene waarop onze aandacht wordt gevestigd bevindt zich in de eerste nis, waarin de mirakels van deze Heilige uitgebeeld worden toen hij nog kind was. De brouwer stelt een met verstomming geslagen gezel voor bij het zien van de jonge Sint-Lambertus die gloeiende houtskolen draagt in het ongeschonden pand van zijn kleding. Luik bezat reeds brouwers in de vroege Middeleeuwen. Zij waren bij de eerste ontvoogden op een ogenblik dat de gemeentelijke beweging ontstond. Later was van de 32 beste ambachten van de Stad, deze van de brouwers een van de meest welvarende. Haar rechtsmacht strekte zich uit tot alles wat te maken had met de bier-industrie, vanaf de brouwers met hun arbeiders en hun knechten tot de kleinhandelaars, via de hotelhouders en de herbergiers. De reliekbuste, afkomstig van de vroegere Sint-Lambertus-kathedraal wordt thans bewaard in de Sint-Paulus-kathedraal van Luik. Uit P. COLMAN. " Le tresor de la cathedrale Saint-Paul à Liège ", Liège, Vaillant-Carmanne, 1968, feuillets archeologiques de la Societé royale le Vieux-Liege, nº 14.

Deze postzegel reproduceert de buste van een " Gehurkte Mijnwerker " van Constantin Meunier (Etterbeek 1831 - Elsene 1905). Hij werd gekozen, niet alleen om reden van de plaats die het mijnwerkersvak in het Luikse sedert de XIII' eeuw inneemt, maar eveneens omdat, ingevolge de bezoeken die Constantin Meunier bracht aan de kristalfabrieken van Val-Saint-Lambert en ook aan de Cockerillfabrieken, hij afstand deed van zijn penseel om zich te wijden aan de beeldhouwkunst en zo doende vanaf 1886, van personages, die zijn medelijden opwekten, grote figuren maakte en hierdoor beroemd werd: de " Puddelaar ", de " Dokwerker ", de " Smid ", de " geknielde Mijnwerker ", de " Maaier ", het " Oude mijnpaard ", de " Volksvrouw "... De keuze van deze postzegel is een juiste hulde die gebracht wordt aan een beroep dat voor een groot deel aan de basis lag van de welvaart van het Land van Luik. Onder de gilden van de Stad telde deze van de mijnwerkers de meeste leden: van 1600 tot 2000, zes eeuwen geleden. Zij omvatte al de kolenarbeiders, van de machtige mijnmeester tot de nederige korfdraagster Uit J. BOSMANT. "L'évolution de la sculpture au XIX' siècle, in " La Wallonie, le pays et les hommes. Lettres art culture ". Renaissance du Livre.

De laatste postzegel is een reproductie van de " Sedes sapientia: " van de collegiale Sint-Janskerk te Luik, die eveneens dit jaar haar duizendjarig bestaan viert. " Sedes sapientia: " (zetel der wijsheid) is de naam die de specialisten geven aan deze karakteristieke voorstelling van de Maasgotische kunst, van de Maagd gezeten op een troon, de draak vellend en op haar knieën het Kindje Jezus houdt, Gods Wijsheid belichamend. De " Sedes " heeft een hoogte van 138 cm en is uit eik gesneden. Zij dateert uit de jaren 1235-1245. Haar oorsprong is twijfelachtig; zij kan herkomstig zijn uit de oude Sint-Adalbertkerk of ook van de Sint-Janskerk, waar zij heden nog wordt bewaard. Uit " La Sedes de Saint-Jean, un miracle providentiel ". Liège, Les amis de Saint-Jean. 1977.

.

.

.

.

.

.