Europe : VIPs
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 26th of April 1980.

OBC/COB numbers: 1972-1973

 

Created by: Oscar Bonnevalle/ J.Malvaux

Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 37 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint ;
Number of plates: 1-2
Printing Run: 1972- 10.000.000ex ; 1973 -3.000.000ex
Paper: PF ( see paper Types )

1972 -9F - St-Benedictus from Nursia
1973 -14F - Margareta of Austria

INFO

Benedictus werd omstreeks 480 te Nursia geboren, een dorpje gelegen in de bergachtige streek van Umbrie. Hij ging naar Rome om te studeren. Deze fase was echter van korte duur. Afgeschrikt door de corruptie die er toen heerste, trok hij zich in alle eenzaamheid terug te Subiaco, waar een dertiental kloosters ontstonden. Vervolgens werd Benedictus gedwongen om de vallei van de Anio te verlaten, waarop hij zich naar de heuvel begaf die het dorp van Cassino overheerst. Op die plaats stichtte hij in 529 het beroemde klooster. Het was te Monte Cassino dat hij zijn Regel voor de monniken schreef. Benedictus die door Paulus Vl werd beschouwd als de vader en de beschermheilige van Europa, zet er ons toe aan om door een steeds groter wordend wederzijds begrip de sociale ongelijkheid, de egoistische onverschilligheid, de verdrukking en de onverdraagzaamheid te overwinnen. Bovendien heeft de verspreiding van zijn Regel over heel Europa en de ganse wereld en de culturele, economische en politieke bijdrage van zijn orde tot de historische ontwikkeling van Europa, bijgedragen tot de keuze van deze heilige als beschermheilige van Europa. In de loop van 1977 besloten de Benedictijnen, de Cisterciënzers en de Trappisten van Benelux, samen zowat 70 monastieke gemeenschappen van monniken en monialen, een gezamenlijk herdenkingsproject voor 1980 uit te werken. 1500 jaar Benedictijns monachisme is geen zaak voor monniken alleen. Als religieus en cultureel fenomeen is het ook de zaak van de ganse christenheid en alle mensen van goede wil. Vandaar het pluriforme karakter van het project, dat via de verschillende onderdelen een zo ruim mogelijk publiek beoogt te betrekken bij het 15e eeuwfeest van de geboorte van Benedictus, Officieel ging het 15e centenarium van start op het lentefeest van Sint-Benedictus, 21 maart 1980, en zal het doorlopen tot het lentefeest van 1981. Vandaar dat de deelprojecten, zoals liturgische vieringen, tentoonstellingen, concerten, colloquia, radio en T.V. uitzendingen, voordrachten, de uitgifte van een bronzen herdenkingspenning en medaille en de uitgifte van een bijzondere postzegel, gespreid liggen over een gans jaar. Deze viering staat onder de hoge bescherming van Zijne Majesteit Koning Boudewijn, Hare Majesteit Koningin Juliana, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Jan, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Albert en de Heer Karasek, Secretaris Generaal van de Raad van Europa.

Margaretha van Oostenrijk werd te Brussel geboren de 10 januari 1480 als enige dochter van keizer Maximiliaan I en van Maria van Bourgondië. Na de dood van haar moeder kwam zij, hoewel slechts twee jaar oud, ter bezegeling van het verbond met Lodewijk Xl, als verloofde van de latere Karel Vlll aan het Franse hof te Amboise. In 1491 echter trad Karel in het huwelijk met Anne van Bretagne en Margaretha werd in 1493 bij de vrede van Senlis aan haar vader teruggegeven. Twee jaar later huwde zij Johan van Castilië, de troonopvolger van Spanje. Eerst op 3 april 1497 werd dit huwelijk te Burgos voltrokken. Johan overleed in oktober 1497 en twee jaar later keerde Margaretha naar de Nederlanden terug. Op 28 november 1501 huwde zij met Philibert, hertog van Savoie. Omringd door weelde en kunstschatten bracht zij enige jaren in Savoie door, maar zij verloor haar tweede gemaal reeds in september 1504. De hertogin keerde opnieuw naar de Nederlanden terug, waar keizer Maximiliaan (regent na de dood van Filips de Schone) haar op 18 maart 1507 belastte met de landvoogdij. Margaretha leidde met ijver, tact en grote zelfstandigheid de regering van de Nederlanden en van Franche-Comté, echter steeds begaan met de belangen van de Habsburgse dynastie en wantrouwig tegenover het Franse vorstenhuis. De eerste jaren van haar regentschap werden beheerst door de strijd met Frankrijk, Gelre en de Friese landen, waardoor de handel en de visserij grote nadelen ondervonden Margaretha toonde toenadering tot Hendrik Vll van Engeland en haar voornaamste succes was de samenkomst van Kamerijk (10 december 1508). waar zij als talentvolle diplomate grote voordelen voor Habsburg wist te verkrijgen. Spoedig brak de strijd met Frankrijk weer uit: ditmaal verbond Lodewijk XII zich met Engeland (1513). Van deze misrekening maakte Willem van Croij gebruik om Margaretha van het regentschap te beroven door de Staten-Generaal ertoe te bewegen Karel V meerderjarig te verklaren (1515). Enige jaren leefde zij teruggetrokken. Toen Karel naar Spanje moest vertrekken, zocht zij toenadering tot zijn tante om de dynastieke belangen te behartigen. Op 24 juli 1518 werd zij feitelijk, op 1 juli 1519 ook in naam van de landvoogdij in haar functie hersteld. Voortaan behartigde zij weer de belangen van Habsburg; een van haar successen was de verkiezing van Karel V tot keizer (1519). Dit betekende hervatting van de oorlog met Frankrijk, waarbij Doornik definitief door de Nederlanden werd gewonnen en alle hoogheidsrechten over Artois voor Frankrijk verloren gingen (1521). Ook Friesland, Utrecht en Overijssel onderwierp zij aan de Habsburgers. Door haar samenkomst met de koningin van Frankrijk (Damesvrede) bewerkte zij de vrede van Kamerijk (3 augustus 1529), waarbij Frans I voorgoed afstand deed van alle aanspraken op Frans Vlaanderen. De laatste tien jaar liet Karel V haar het gehele bestuur over. Meer dan vroeger waakte zij over de belangen der Nederlanden. In vele opzichten was haar regeringsperiode een tijd van rust en welvaart voor de Zuidelijke Nederlanden. Als persoon staat Margaretha zeer hoog aangeschreven, door haar zelfstandig karakter, opofferende plichtsbetrachting en intelligentie. Zij heeft ook de opvoeding van Karel V en zijn broers en zusters gedurende de eerste jaren geleid. Zij verbleef meestal in Mechelen, waardoor tot 1530 deze stad promoveerde tot de werkelijke hoofdplaats van de Nederlanden en aldus ook het centrum werd van het centrale regeringswerk en het hoogste rechtsleven. Zij beschermde de kunst en de letteren en baande aldus de weg voor de doorbraak van de Renaissance in de Nederlanden. Zij overleed te Mechelen op 1 december 1530.

.

.

.

.

.

.