Education.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 18th of March 1978.

OBC/COB numbers: 1905-1906

 

Created by: R.Bruynseraede/ Michel Mesureur / J. Malveaux

Perforation: 11 1/2
Size: 24 mm x 35 mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint ;
Number of plates: 1-2
Printing Run: 1905 - 4.000.000ex ; 1906 - 10.000.000ex ;
Paper: PF ( see paper Types )

1905 - 6F - Education in Ghent
1906 - 8F - University du travial Paul Pastur

INFO

Tijdens het Ancien Regime hadden de burgerlijke overheden geen belangstelling voor het onderwijs. Wel werden onder Maria Theresia enkele Colleges door de overheid geopend. In 1798 werd te Gent een eerste primaire schoolmeester aangesteld; in 1806 waren er acht werkzaam. Ze werden aangesteld door het gemeentebestuur en ontvingen een woonstvergoeding, waarvoor ze een twaalftal kinderen kosteloos moesten onderwijzen. Daarnaast onderwezen ze een aantal kinderen die schoolgeld betaalden. Zowel de primaire als de particuliere schoolmeesters verstrekten hoofdelijk onderwijs en gebruikten een spelmethode bij het leren lezen. In 1828 opende het stadsbestuur te Gent, en dit op verzoek van Koning Willem I, drie armenscholen voor jongens: in het Rijke Gasthuis, in het gewezen Kapucijnerklooster en in St. Jan in d'Olie. In 1832 werden twee meisjesscholen geopend. In deze vijf scholen werden het klassikaal onderwijs en de klankmethode Prinsen-Jonglas toegepast; enkel kinderen van behoeftige ouders werden aanvaard. Na de crisisperiode van 184748 werd het scholennet in een snel tempo uitgebreid. Voor de opvoeding van de kinderen van drie tot zes jaar werden tientallen bewaarscholen opgericht. Een van de grote sociale kwalen van de negentiende eeuw was de kinderarbeid. Bij herhaling drong het stadsbestuur aan op een wet tot regeling van de kinderarbeid. Tezelfdertijd werd met allerlei middelen getracht het schoolbezoek te bevorderen en een te vroege tewerkstelling te verhinderen. Daartoe werd in 1862 aan enkele meisjesscholen een « ouvroir » verbonden, waar de meisjes leerden naaien. In 1875 zal een centrale ouvroir worden geopend, die in 1888 zal omgevormd worden tot een beroepsschool voor meisjes. Ondertussen was reeds in 1887 een beroepsschool voor jongens opgericht, waar de leerlingen. nadat ze met vrucht de lagere school hadden doorlopen, een methodische opleiding kregen voor een beroep in verband met de hout en metaalbewerking.Een stedelijke meisjesnormaalschool werd opgericht in 1910, terwijl in 1904 reeds een school voor buitengewoon onderwijs was geopend. Na de eerste wereldoorlog, maar voornamelijk na de tweede wereldoorlog zal het stedelijk voortgezet onderwijs een grote uitbreiding kennen « Gent mag fier zijn op zijn gemeentescholen. Zij hebben met de middelen van de tijd op uitstekende wijze de volksbeschaving gediend. » Ze hebben kennis en wetenschap onder al de lagen der Gentsche bevolking verspreid. Ze hebben burgerdeugd, verdraagzaamheid en vaderlandsliefde beoefend, onderwijs en opvoeding verenigd in eenzelfde » onbaatzuchtige liefde voor het welzijn van de Gentsche jeugd » schreef Prof. P. De Keyzer in 1932. De zegel stelt de Maagd van Gent voor in een afbeelding die geïnspireerd is op de oudste iconografische voorstellingen ervan. De klederdracht uit de periode waarin het stedelijk onderwijs werd opgericht (1828) wordt op de postzegel afgebeeld. De medaillonvorm is bedoeld als symbool voor de toewijding van stichters en personeel, in de geest van de romantiek uit die tijd.

De 3de november 1903 opende de provincie Henegouwen te Charleroi een hogere nijverheidsschool met het doel geschoolde arbeiders en technici te vormen. Officieus bestond hierdoor de Université du Travail (Arbeidershogeschool) maar zij droeg deze naam nog niet. De oprichting van dit Instituut was de bekroning van jarenlange onverdroten inspanningen van advocaat Paul Pastur, die zijn sympathie voor de werkende klasse nooit verholen had, en van Alfred Langlois, studieinspecteur in de Militaire School, die te Charleroi vertoefde tijdens het arbeidersoproer van 1886 en door deze gebeurtenissen diep geschokt werd. Hij was dan ook van oordeel dat de beste remedie tegen de kwalen van de massa te vinden was in hun opvoedlng. Met de oprichting van deze nijverheidsschool start het technisch onderwijs in Henegouwen. Voortaan is deze provincie in staat onderwijs te verstrekken in de technische vakken, die het bedrijfsleven van het land zo nodig heeft. Behoeften worden scherper aangevoeld, sociale verzuchtingen laten zich gelden, waaraan spoedig zal worden beantwoord. De nijverheidsschool neemt een nieuwe vorm aan, aangepast aan de eisen van het ogenblik: in 1911 werd de Arbeidershogeschool plechtig geopend door haar geestelijke vader, Paul Pastur. In een opwelling van oprechte dankbaarheid zal de provincie Henegouwen zijn naam aan die instelling verbinden. ln de loop der jaren nam het aantal afdelingen niet alleen bestendig toe, zij werden ook steeds volmaakter. De Arbeidershogeschool was de eerste in Europa. Leerlingen uit de vier windstreken kwamen er naartoe, niet alleen om er een opleiding te krijgen, maar ook als getuigenis van de grote weerklank die deze instelling in de verst afgelegen streken vond. Deze onderwijsinstelling is een reusachtig laboratorium voor het technisch onderwijs waarin de proefondervindelijke methodes hoog in aanzien staan: de leerling is er niet meer uitsluitend een toehoorder, hij is er een acteur geworden op het onmetelijk toneel van het experimentele. Deze essentiële rol van de Arbeidershogeschool bestaat er in op alle niveaus onderwijs te verstrekken in menigvuldige vakken: elektriciteit, mechanica, burgerlijke bouwkunde, scheikunde, handel. Zij staat in zowel voor de scholing van de arbeiders als voor de opleiding van ingenieurs. Deze bestendige inspanning in de actie die zij nu reeds vijfenzeventig jaar voert, verleent aan de Arbeidershogeschool een onbetwist meesterschap tussen de instellingen die zich inzetten om de arbeidskwaliteiten van een heel volk te verrijken,

.

.

.

.

.

.