50th Anniversary of Belgian Radio.
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 24th of Novembre1973.

OBC/COB number: 1691

Created by: Oscor Bonnevalle / Paul Verheyden

Perforation: 11 1/2
Size: 24mm x 37mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Combined Steel and Screen deepprint
Number of plates: 1-2-3-4
Printing Run: 5.500.000ex
Paper: F ( see paper Types )

1691 - 4F - Micerophone

INFO
De eerste ontdekkingen die zouden leiden tot de draadloze radiotelefonie vonden plaats op het einde van de vorige eeuw. Ze zijn het werk van Hertz, Branly, Popov en Marconi. Deze laatste maakte er een geniale synthese van en wist ze te commercialiseren. Voor 1914 hadden proefnemingen met radiofonie plaats in de Verenigde Staten, te Parijs en te Laken maar ze waren beperkt gebleven tot het domein van het experimentele. Het eerste werkelijke radiostation werd op 23 november 1923 te Brussel in gebruik genomen. Geregelde uitzendingen begonnen de dag nadien onder de naam "Radio Bruxelles" en daarna, van 1 januari 1924 af, onder de benaming van " Radio Belgique ". "Radio Belgique" was een prive maatschappij opgericht door de Societe Belge Radiohlectrique (S.B.R.). Ze bevond zich in de buurt van de Naamse Poort te Brussel, eerst aan de Stassartstraat, in de lokalen van de Koloniale Unie, daarna in de Bolwerkstraat. Deze maatschappij zou voortbestaan tot in 1930. De uitzendingen hadden aanvankelijk plaats met een zendkracht van 1,5 kW op een golflengte van 410 meter. In 1930 werd uitgezonden op 338 meter met een zender van 20 kW. Het luistergeld bedroeg 20 Fr. voor een kristalpost en 60 Fr. voor een post met lampen. Men telde 50.000 luisteraars. Het personeel bestond uit 74 man. De wet van 18 juni 1930 stichtte het Nationaal Instituut voor Radio-omroep (N.I.R.) als een openbare dienst belast met het verzekeren van uitzendingen in de Franse en de Nederlandse taal. Het Instituut nam de installaties van Radio Belgique en N.V. Radio over, zowel de studio's als de toen in aanbouw zijnde zenders te Veltem. De voornaamste gebeurtenis van de vooroorlogse periode was verder het oprichten in 1934 van het Radiogebouw aan het St.-Kruisplein te Elsene. Dit was voor zijn tijd een ultra modern gebouw en het getuigt nog steeds van zeer grote kwaliteiten. In 1939 waren er 1.148.654 aangegeven ontvangtoestellen in België. Tijdens de oorlog stichtte de Belgische regering te Londen de Belgische Nationale Radio-omroep (B.N.R.O.) die eerst een onderkomen vond bij de B.B.C. Maar van 1943 af beschikte de B.N.R.O. over een krachtige kortegolfzender te Leopoldstad die de stem van het land naar de vier windstreken verspreidde. In 1945 ruimde de B.N.R.O. weer de plaats in voor het N.I.R. waarvan het mandaat voor de exploitatie van de radio in België tot in 1960 werd verlengd. Onder deze auspiciën ontstond in 1953 de T.V. terwijl in 1952 te Waver-Tombeek het nieuwe zendcentrum in gebruik werd genomen (twee middengolfzenders van 150 kW en 2 kortegolf-zenders van 100 kW). De B.R.T.-R.T.B. werd gesticht bij de wet van 18 mei 1960. Daar waar het N.I.R. een unitair organisme was onder de verantwoordelijkheid van een enkele Raad van Beheer van rechtswege voorgezeten door een lid van de regering, is de B.R.T.-R.T.B. samengesteld uit drie aparte instituten: een voor de Franstalige uitzendingen, een voor de Nederlandstaligen en een instituut voor Gemeenschappelijke Diensten. De eerste twee staan onder het gezag van twee aparte Raden van Beheer. De wet verkondigt het princiep van zelfstandigheid van de radio, verbiedt elke voorafgaande censuur en legt aan de instituten de verplichting op objectieve voorlichting te verstrekken. Men mag deze wet beschouwen als een model van liberalisme. De Belgische radio-uitzendingen zijn er tijdens de 50 jaar van hun bestaan steeds op vooruitgegaan en hebben zelfs vaak een pioniersrol vervuld, ondermeer wat de formule betreft van het gesproken nieuws in 1924 en reportages zoals die van de begrafenisplechtigheid van Koning Albert. Ook verdienen de muziekuitzendingen een bijzondere vermelding wegens de hoogstaande kwaliteit van de orkesten en de faam van hun dirigenten. In 1973 exploiteren de B.R.T. en de R.T.B. met hun zes programma's, hun negen gewestelijke productiecentra en hun kortegolfdiensten, een radionetwerk waarvan het belang voor een land als België zowel cultureel als sociaal onbetwistbaar is. Er zijn meer dan 3,5 miljoen radio-ont-vangtoestellen in België en er komt geregeld correspondentie binnen van meer dan 6.000 luisteraars in het buitenland.

.

.

.

.

.